Nederlandse première in de Zeeuwse Concertzaal

woensdag 29 Februari

"I don't think that I've ever been so moved by a new...composition as I was by David Lang's The Little Match Girl Passion, which is unlike any music I know."

Op vrijdagavond 9 maart opent de Zeeuwse Concertzaal haar deuren voor een zeer bijzonder concert met het Attacca Ensemble. Na een overdonderende Philip Glass in 2009 en de meeslepende Arvo Pärt in 2010 , verenigt het koor o.l.v Fokko Oldenhuis deze componisten in een nieuw, schitterend programma. 
In A Madrigal Opera voor koor en viool uit begin jaren 80, laat Philip Glass het bijzondere koorgeluid  horen waarmee hij later in Koyaanisqatsi en Satyagraha wereldfaam zou verwerven.
The Litte Match Girl Passion van David Lang is een subliem en diep ontroerend nieuw koorwerk dat in 2008 de Pulitzer Prize won en dat nu in de Zeeuwse Concertzaal voor het eerst in Nederland te beluisteren valt.

Het vermaarde Spiegel im Spiegel en Fratres van Arvo Pärt vormen de instrumentale intermezzi van dit concert dat jubelt in stilte.

Op de website  van David Lang (onderaan de betreffende pagina) staat een groot aantal fragmenten van deze prachtige muziek.

Zie in onze agenda voor informatie over kaartverkoop.

Programma
David Lang - Again (After Ecclesiastes) voor koor a capella
Philip Glass – A Madrigal Opera -  versie voor 18 stemmen en viool/altviool
-    Opening (viool)
-    Part I (koor en viool)
-    Part II (koor en viool)
-    Part III (altviool)
-    Part IV (koor en altviool)
-    Closing (koor en altviool)

Arvo Pärt - Spiegel im Spiegel-  voor piano en viool
Arvo Pärt - Fratres - versie voor piano en viool
David Lang – The Little Match Girl Passion (Nederlandse première) voor koor a capella en percussie

Toelichting
Het Attacca Ensemble brengt in dit concert lyriek, expressie, vervoering en verlossing. Een stevige puls, aangrijpende lyriek, aantrekkelijke harmonieën, welklinkendheid: in deze stukken gaan het bij uitstek om het contact met het publiek. En dat in werken  van drie componisten die in de eerste plaats bekend staan om soberheid en mechanische herhaling. Hoe zit dat in elkaar?

Philip Glass, één van de founding fathers van de minimal music en op dit moment ongeveer de bekendste levende componist uit Amerika, schreef A Madrigal Opera in 1980, kort nadat hij internationale roem verworven had met zijn baanbrekende muziektheater Einstein on the Beach. De tijden van besloten concerten in New Yorkse galerieën en lofts waren voor Glass voorgoed voorbij en hij koos voortaan de samenwerking met andere disciplines -  dans, theater, film - om zich gaandeweg te manifesteren als (zoals hij zichzelf nog steeds betitelt) theatercomponist.  A Madrigal Opera  componeerde hij in opdracht van de Nederlandse regisseur Rob Malasch. De wereldpremière vond plaats tijdens het Holland Festival van 1980 in het Amsterdamse Carré. De componist schreef A Madrigal Opera als een 'open score', een abstract werk zonder voorgeschreven verhaal of onderwerp, dat regisseurs en choreografen de mogelijkheid bood om hun eigen versie te creëren rondom de muziek.

A Madrigal Opera is geschreven voor 6 zangers en, afwisselend,  viool en altviool. Met deze bezetting sluit Glass aan bij de Italiaanse madrigalentraditie. In de uitvoering van het Attacca Ensemble is het koor uitgebreid naar 18 zangers. Het stuk heeft geen tekst, de zangers zingen, net als in Glass' eerdere werk Einstein on the Beach, solfège-klanken. Hoewel A Madrigal Opera een relatief minder bekend werk is van Glass, dat bovendien weinig wordt uitgevoerd, is het in muzikaal opzicht een belangrijk werk dat een brug vormt tussen twee periodes in Glass' oeuvre. Stilistisch bevindt het stuk zich halverwege de zeer minimalistische stijl van Glass' werk uit de jaren '70 en het decennium erna, een meer melodische en lyrische periode. De golvende arpeggio’s  en toonladders in het stuk zijn onmiddelijk herkenbaar, oorspronkelijk als de zeefdrukken van Andy Warhol of de splatter paintings van Jackson Pollock. Tegelijk is er in A Madrigal Opera ook plaats voor een meer expressief idioom.   In de noten zijn flarden te horen van latere meesterwerken Koyaanisqatsi en Satyagraha.  Ook het gebruik van de viool is veelbetekenend dit stuk. In de meest lyrische werken van Glass hebben strijkers een prominente plaats - denk aan de strijkkwartetten,  de derde symphonie en met name de vioolsolo in het derde deel  hiervan,   of aan zijn eerste vioolconcert. Het lijkt in deze werken of de componist via de viool een lyrische en emotionele laag aanboort die lijnrecht staat tegenover het mechanische en meedogenloze van zijn vroege stijl. Ook A Madrigal Opera stelt in dit opzicht niet teleur.

De twee instrumentale gedeeltes van dit concert, Fratres (1977) en Spiegel im Spiegel (1978), beiden  voor viool en piano, zijn van Arvo Pärt, de meester van 'holy minimalism'. Net als in het werk van Glass staat in deze werken herhaling centraal, alleen vindt deze vooral  plaats in de sfeer van mystiek en geestelijkheid, die zo kenmerkend is voor de componist. Tijdloosheid is een typering die ook vaak gebruikt wordt. Beide werken behoren tot de periode die Pärt omschrijft als ‘tintinnabulli’: drie klanken uit het akkoord klinken als klokjesgebeier rondom simpele op-en-neer gaande melodielijnen langs de toonladder. Eenvoud en spaarzaamheid aan middelen sorteren hier werkelijk maximaal effect. Deze twee stukken behoren vanwege hun expressie en hypnotiserende zeggingskracht tot de meest populaire werken van Pärt en misschien we van de moderne muziek.

David Lang is één van de oprichters van  Bang on A Can, het New Yorkse collectief  van componisten en musici dat staat voor hedendaagse muziek met een stoere uitstraling: concerten worden versterkt als rock-concerten, naast violen klinken elektrische gitaren. David Lang is één van de meest veelzijdige en productieve componisten van Bang on a Can. Kenmerkend voor hem is dat zijn muziek wordt geprezen zowel op websites voor popmuziek als in het klassieke muziektijdschrift Grammaphone. Hoewel David Lang in veel van zijn stukken ook een nogal rauw geluid kan laten horen, zijn de klanken van zijn nieuwere werken, waaronder The Little Match Girl Passion, onderscheidend door hun ingetogenheid en sereniteit.  Qua stijl wordt hij gezien als een post-minimalist, voortwerkend op de principes van Philip Glass, Steve Reich en Terry Riley, die de eerste generatie vormden.

Lang's werk The Little Match Girl Passion uit 2007 heeft alom extatische reacties ontlokt bij luisteraars, vanwege de enorme emotionele lading, maar ook en niet in de laatste plaats vanwege de originaliteit van het werk. In 2008 won het werk de Pulitzer Prize. Tim Page schreef in de Washington Post: "I don't think that I've ever been so moved by a new...composition as I was by David Lang's The Little Match Girl Passion, which is unlike any music I know."
Het werk is gebaseerd op Hans Christian Andersen’s sprookje 'Het meisje met de zwavelstokjes', waarbij Lang delen van de tekst van Hans Christian Andersen afwisselt met teksten uit het evangelie volgens Mattheüs en uit de Mattheüs Passie. Het verhaal van Andersen is bekend: een arm eenzaam meisje sterft op straat in de sneeuw. Verstijfd van de kou probeert ze de moed te bewaren door warme fantasieën over Kerstlicht, feestelijk gedekte tafels en herinneringen aan haar overleden grootmoeder. In de tegenstellingen binnen het verhaal - het lijden, de wreedheid aan de ene kant en de verlichting, verlossing aan de andere - zoekt David Lang een verbinding met het lijdensverhaal van Jezus in het Evangelie volgens Mattheüs. Net als in de Passie van Bach zijn in Lang's versie los van het verhaal verschillende stemmen te horen, verwoord door het koor, die de reacties op het verhaal vertolken: reacties van berouw, medeleven, verdriet, hoop. Het lijden krijgt op die manier context en Lang vermijdt hiermee de sentimentaliteit die in het verhaal van Andersen  besloten ligt.
Lang gaat zeer voorzichtig te werk, steeds met kleine stapjes, steeds opnieuw, uiterst delicaat. Zo laat hij het verhaal boven het alledaagse uitstijgen. Hij past de tekst toe in losse woorden, keer op keer herhaald, gestript van alle versiering en fanfare. Lang lijkt hiermee een meditatie over de kracht van woorden in herhaling te suggereren, meteen al vanaf het begin: “come,” “help me,” “daughter.” De emotionele lading is er des te sterk door.  De muziek daarentegen is van een bijna mystieke ingetogenheid. Net als bij Pärt doen Lang's klanken vaak mystiek en ook middeleeuws aan.  Dit wordt bereikt met simpele melodielijnen en eenvoudige middelen als ostinato, cantus firmus-constructies en het veelvuldig gebruik van reciteertonen.  Tegelijk maken het gebruik van herhaling, de subtiele harmonische shifting en de onregelmatige ritmische patronen dit tot een ongewoon innovatief en modern werk.
De uitvoering van het Attacca Ensemble is de Nederlandse première van The Little Match Girl Passion. U hoort u de versie voor klein koor en solisten, waarbij een aantal zangers zelf het percussiespel voor hun rekening nemen.

Het korte stuk van David Lang Again (after Ecclesiastes) is gebaseerd op enkele regels uit het begin van het boek Ecclesiastes uit het Oude Testament. Hierin staat centraal de wisseling van de seizoenen, tegenover verschillende cycli in de natuur en ook bij de mens. Lang zelf zegt hierover: ' I wanted to make a piece that might convey the weariness of all these endless cycles, concentrating on the weight of things repeating again'. De aanpak van de componist is dezelfde als in The Match Girl Passion. Door de tekst terug te brengen tot losse woorden en zinsflarden komt de universele zeggingskracht des te meer naar voren: Lang’s strategy of text stripped down to the bare essentials makes the (often religious) underpinnings of the works more universal, yet renders their message exponentially more potent. In all cases, plain-speaking human voices stretch out a hand to listeners and the music pulls them—deeply, completely, without gratuitous fanfare—through these collected moments of incredible pain and amazing beauty.'

Attacca Ensemble
Fokko Oldenhuis, dirigent
Janneke van Prooijen, viool/altviool
Feico Deutekom, piano
Het Attacca Ensemble is in 2008 opgericht. Het bestaat uit een kamerkoor van variërende omvang, eventueel aangevuld met instrumentalisten. De vaste dirigent is Fokko Oldenhuis. Het Ensemble heeft in zijn korte bestaan een reputatie opgebouwd als een van de meest vooraanstaande koren voor hedendaagse muziek en vooral minimal music. De focus ligt hier bij muziek waar een groot publiek voor bestaat maar die vanwege lengte of moeilijkheid in Nederland niet of nauwelijks wordt uitgevoerd. Hierbij gaan de zangers uitdagingen op het gebied van speciale zangtechniek of uithoudingsvermogen niet uit de weg. De afgelopen jaren is met veel succes muziek uitgevoerd van Philip Glass, waaronder een concertversie van diens magnum opus, Einstein on the Beach, dat in Nederland sinds de première eind jaren ’70 niet meer live te horen was geweest. Alom werd de precisie en virtuositeit van de uitvoeringen geprezen. In mei van dit jaar hernam het Ensemble delen hiervan in een bijzonder concert dat samen met de componist in de Amsterdamse Melkweg plaatsvond. .
Vorig jaar werd van Arvo Pärt de Kanon Pokajanen uitgevoerd. Bijzonder hieraan was dat de gehele Kanon van meer dan anderhalf uur zonder pauze werd gezongen. De komende jaren zal het Attacca Ensemble concerten brengen met muziek van Steve Reich, Philip Glass en John Adams.
 www.attaccaensemble.nl


Terug naar overzicht

Binnenkort

vrijdag 19 April

donderdag 25 April

donderdag 25 April

nieuwsbrief - Aanmelden

Wilt u ook onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan nu aan!