Recensie Bach is altijd balsem voor de ziel

maandag 02 Oktober

RECENSIE: Bach is altijd balsem voor de ziel
Jeanette Vergouwen-de Caluwe
Het nieuwe seizoen ging in de Zeeuwse Concertzaal feestelijk van start met prachtig muzikaal vuurwerk. De musici van de Nederlandse Bach Vereniging (NBV) speelden voor een volle zaal en dat inspireert extra. Dat de kwaliteit gegarandeerd was, werd meteen duidelijk, maar ik werd vooral getroffen door het spelplezier van de uitvoerders. De speelvreugde én de liefde voor de muziek was voelbaar en hoorbaar.
Het was een bijzonder concert dat de NBV bracht zaterdag 29 september in de Middelburgse Zeeuwse Concertzaal. Verheugend was dat er ook jeugdigen en zelfs kinderen in de zaal zaten. Het programma van het nieuwe seizoen is afwisselend en biedt voor elke muziekliefhebber voldoende keus. Hopelijk laat het publiek de concertzaal ook in de toekomst niet in de steek en blijft de zaal steeds goed gevuld.
De composities van Bach zijn boeiend, hij is en blijft een van de grootste componisten ooit. Zijn muziek is balsem voor de ziel en zorgt bovendien voor innerlijke rust. De mooie akoestiek van de zaal en het muzikale enthousiasme van de NBV zorgden voor een wondermooi concert.
Bach schreef voor hij in 1721 in dienst kwam van prins Leopold von Anhalt-Köthen vooral religieuze vocale werken, maar omdat hij nu een orkest ter beschikking had schreef hij voor de melomaan von Brandenburg zes concerten. Deze concerten zijn bijzonder omdat ze steeds een andere instrumentenbezetting hebben en omdat er bovendien in elk concert een ander instrument in de schijnwerper wordt gezet.
In het eerste concert in Franse stijl (de andere in Italiaanse stijl) kunnen de hoornisten hun kunnen tonen. Ze worden aangevuld door hobo’s en een sonore Basso Continuo. Dat kwam vooral mooi uit in het laatste deel met opvallende contrasten tussen Menuet en trio delen. Het derde Brandenburgse concert waarin de strijkers in drie blokken van drie instrumenten spelen blinkt dan weer uit in de kleine solo’s en het bevreemdende langzame deel (Frygische cadens). De virtuoos gespeelde passages door de viool (Bojan Čičić) en het klavecimbel (Siebe Henstra) waren geweldig.
De keuze van de NBV om daarna het hoboconcerto in d in de reconstructie van Arnold Mehl te programmeren is ingenieus. Rodrigo López Paz zette een prachtige interpretatie neer. De bewerking van het oorspronkelijke klavecimbelconcerto met ook hier die trieste tonen van de Frygische cadens en de virtuoze omarmende delen werd prachtig zuiver en met mooie versieringen vertolkt. Ook de begeleiding was perfect er klonken stevige accenten en het geheel kwam dynamisch en feestelijk over.
Na de pauze klonk eerst het vierde Brandenburgse concert met soepele melodielijnen gebracht door de blokfluiten. Alles klonk dansant en vrolijk. Een helder werk met boeiende dialogen tussen de viool en blokfluiten.
Hoe apart was daarna de Suite in g BWV 1070. Jawel, een werk dat ingedeeld werd in de Bach-Werke-Verzeichnis, voor vijf strijkers en klavecimbel, maar waarschijnlijk geschreven is door de oudste zoon van Bach: Wilhelm Friedemann. De eigengereide zoon die een licht, heerlijk experimenteel werk componeerde vol accenten. In een meer complexe stijl dan die van zijn vader, minder vanzelfsprekende muziek, maar wel muziek die een stap verder gaat dan de barok vanwege de minder strakke vorm en de grotere vrijheid. Heerlijk om naar te luisteren. De Suite werd virtuoos en spannend gebracht.
Het tweede Brandenburgse concert met door trompettist Robert Vanrijne dynamische sterke gespeelde melodielijnen (inclusief knappe fraseringen) was een feestelijke afsluiting. Alles werd extra spannend door de inbreng van de hobo, blokfluit en Basso Continuo. Het concert was van hoge kwaliteit, dus werd het een avondje heerlijk genieten.


Terug naar overzicht

nieuwsbrief - Aanmelden

Wilt u ook onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan nu aan!