De emotie van de pure liefde in de muziek

maandag 04 Maart

Recensie door Jeanette Vergouwen-de Caluwe

Eind januari verzorgde Jos van Immerseel een recital in de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg. Ik herinner mij zijn directie in 1977 van de opera Orfeo van Monteverdi in Antwerpen waar alleen maar topmusici aan deelnamen, zoals de Kuijkens, Junghänel, Marius van Altena, Liane Jespers, Matthias Hölle en het jonge Collegium Vocale. Allen verdedigers van de authentieke uitvoering van de barokmuziek.

Zondag 3 maart vond een boeiend recital plaats in de reeks Incantoconcerten in diezelfde zaal. Deze keer traden het Hathor Consort: Romina Lischka (discant- en basgamba en artistieke leiding) en Dimos de Beun (spinet, klavecimbel en kistorgel) op samen met de sopraan Dorothee Mields. Musici die met hun interpretatie bewezen respectabele opvolgers te zijn van de pioniers van de authentieke uitvoeringen.

Twee recitals die meer dan de moeite waard waren om bij te wonen en daarom onbegrijpelijk dat zo weinig ‘muziekliefhebbers’ die kans hebben benut om te komen luisteren. De recitalsvonden plaats op het podium en dat gaf aan de uitvoeringen een intiem karakter.

Het programma over ‘hemelse en aardse liefde’ bestond uit instrumentale en vocale werken uit de 16de en 17de eeuw. Door de zang af te wisselen met solo’s of werken voor tweeinstrumenten kreeg het geheel nog meer spanning en ontspanning. De kundigheid van de musici in bijvoorbeeld een ricercare (de instrumentale tegenhanger van een motet, dus een soort lied zonder woorden) kwam heel goed uit. Zoals bijvoorbeeld in Susanna un jour van De Selma waarin de gambiste werkelijk een bovenmenselijke virtuositeit etaleerde. De bijdragen van klavecimbel-, orgel- en spinetbegeleidingen waren soepel en heerlijk inkleurend.

Sopraan Mields bezit een soepele stem met een bijzonder timbre. Haar dictie is geweldig, alles klinkt loepzuiver en glashelder.

Caccini heeft in het begin van de 17de eeuw de stijl van het zingen veranderd. Hij wilde dat er op een natuurlijke wijze gezongen zou worden. Moeiteloos gezongen muzikale versieringen werden ingezet om de emotie van de teksten over te brengen.

Zo zingen vergt een goede techniek die volledig gebaseerd is op de ademsteun. Dorothee Mields is een voorbeeld van deze wijze van zingen. Met haar blijmoedige interpretaties weet zij te overtuigen. Of het nu gaat over aardse liefde, gelovige uitingen of erotiek, de liefde voor de muziek en de tekst beroeren de luisteraars.

Ik kan niet alles benoemen, dus maak ik keuzes. Een hoogtepunt van het recital vond ik het Stabat Mater van Sances, waarin de droefenis perfect werd onderstreept door alle drie de musici. Het woord spiritu klonk als een vervliedende adem. Het noodloot werd extra onderstreept door de chromatisch dalende lijn, meerdere keren gebracht door de basgamba. Het meest droevige deel van het werk werd begeleid met klavecimbel, de rest met orgel. Het Amen was een vlechtwerkje van versieringen. De motet Nigra sum van Monteverdi, klonk honingzoet en hemels, de aria van Proserpina uit de opera Orfeo, zorgde voor een mooi contrast. Deze aria zingt zij in de onderwereld waar echtgenoot Pluto de baas is. Zij weet hem te overtuigen om Euridice nog een kans te geven om terug te keren samen met Orpheus.

De liederen van Caccini werden echt volledig ontspannen vertolkt waardoor alles ten volle overtuigde. Dat het overbekende lied Amarilli, mia bella als toegift werd herhaald, verbaasde niemand. Deze uitvoering was een hemels geschenk van drie musici, die met liefde voor hun vak de muziek zo gloedvol verdedigen.


Terug naar overzicht

nieuwsbrief - Aanmelden

Wilt u ook onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan nu aan!